Dat kan, mits een van beiden in Nederland woont met een geldige verblijfsvergunning. Zonder vergunning zal een ambtenaar van de burgerlijke stand altijd onderzoeken of het niet om een zogenoemd schijnhuwelijk gaat, om juist een verblijfsvergunning in de wacht te slepen.
Schijnhuwelijk is strafbaar
Schijnhuwelijken kunnen samenhangen met mensensmokkel en mensenhandel. Daarom is dit strafbaar. Soms wordt veel geld verdiend met een schijnhuwelijk. Bovendien kan iemand door het aangaan van een schijnhuwelijk aan werk komen of gebruik maken van sociale voorzieningen zonder daar recht op te hebben.
Geldige documenten
Voorts gelden de bekende voorwaarden. Zo moet iedereen die trouwen wil minimaal achttien jaar zijn en niet met iemand anders getrouwd zijn. Dat geldt ook voor partners uit een ander land dan Nederland en die hier willen trouwen. Er wordt om een bewijs gevraagd dat de partner(s) niet nog gehuwd zijn met een ander. Daarvoor is een verklaring nodig afkomstig uit de voormalige buitenlandse woonplaats.
Vervolgens is er een aantal documenten nodig. Zo moet er een geboortebewijs uit het land van herkomst zijn. Evenals een ‘akte van bekendheid’, die is aan te vragen bij de kantonrechter. Daar zijn dan wel vier getuigen bij nodig. Ook getuigen bij het huwelijk kunnen bewijs bieden, en soms is een verklaring van de partner aan de ambtenaar van de burgerlijke stand mogelijk. In overleg met het kantongerecht of de ambtenaar van de burgerlijke stand, moet worden bekeken wat geaccepteerd wordt als geldig. Het is daarom goed hier bij de betreffende instantie naar te vragen.
Gelegaliseerde documenten
Zowel het geboortebewijs als het bewijs van ongehuwd zijn moeten gelegaliseerd worden. Dan kan via een instelling, als het herkomstland is aangesloten bij het Apostilleverdrag (verdrag dat voorziet in een eenvoudige procedure om officiële documenten te gebruiken in het buitenland). Is dat niet het geval dan moeten documenten na de legalisering door de nationale instelling, ook door de Nederlandse ambassade in het herkomstland beoordeeld worden.
Voorts zijn er identiteitsbewijzen nodig, paspoorten. Voor mensen die in de asielprocedure zitten mag dit ook vreemdelingen-identiteitsbewijs zijn, het eerdere W-document zijn ofwel een Nederlands identiteitsdocument (geen vreemdelingenpaspoort of vluchtelingenpaspoort). Een vreemdelingen-identiteitsbewijs wordt uitgegeven door de IND.